zaterdag 23 november 2013

Taalattitudes bij kinderen


Voor het vak taalvaardigheden was het de bedoeling dat we drie enquêtes afnamen. Ik kreeg de opdracht om een enquête af te nemen bij een meisje uit de 3de kleuterklas, een jongen uit het 2de  leerjaar en een meisje uit het 6de leerjaar.
De kinderen kregen een foto te zien van een winterlandschap. De kinderen kregen ook drie mannenstemmen te horen. Een man sprak in het Algemeen Nederlands, een man sprak in tussentaal en een man sprak dialect. De kinderen moesten nadat ze de drie stemmen gehoord hadden een aantal vragen oplossen. Er was geen juist of fout antwoord.
  1. Wie van de drie is een meester?
  2. Wie van de drie woont in een groot huis?
  3. Wie van de drie heeft zwarte schoenen aan?
  4. Wie van de drie helpt graag andere mensen? (niet voor het kind uit de derde kleuterklas)
  5. Wie van de drie heeft veel vrienden? (niet voor het kind uit de derde kleuterklas)

Het was voor mij interessant om de verschillende reacties van de kinderen te observeren. Ik vond het een boeiende opdracht. Ik vond het verassend om te horen dat het jongste kind bij de enquête er geen probleem van maakte dat er dialect gesproken werd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten